NOORWEGEN VAN 4 AUGUSTUS TOT 19 AUGUSTUS 1993

 

+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

De bestemming Noorwegen werd gekozen op aanraden van een paar motorvrienden en het lezen van een aantal brochures. We beslisten om het zuidelijk deel van dat land te bezoeken, vooral het fjordengebied trok ons aan. De meeste voorbereiding ging in het uitstippelen van een haalbare route. Via een reisbureau werden vooraf de ferry's van Denemarken naar Noorwegen en terug geboekt. Eveneens werden een drietal overnachtingen vastgelegd. De eerste in Denemarken (Ålborg), de tweede en de derde in Noorwegen (Oslo en Kristiansand).

Op woensdag 4 augustus was het dan zover, omstreeks 6u in de morgen konden we vertrekken. Via Antwerpen en Eindhoven ging het naar Venlo waar we de Duitse grens bereikten. Dan door de wirwar van autostrades in de omgeving van Essen de A1 op naar Bremen en Hamburg om zo de Deense grens nabij Flensburg te bereiken na 800km. Hier stopten we voor onze eerste lange pauze. Toen hadden we nog bijna 300km voor de boeg. Die werden via de snelweg overbrugd zodat we na 1090km het hotel bereikten in Ålborg.

Na een uitgebreid ontbijt moesten we een kleine 70km overbruggen naar Hirsthals waar we om 10u de ferry van Colorline op moesten voor de ruim 8u durende overzet naar Oslo. Vooral het deel doorheen de Oslofjord is de moeite, reeds van ver zie je de beroemde Holmenkollenskischans hoog boven de stad liggen. Na het afrijden van de boot zochten we eerst het  hotel op, om vervolgens nog een bezoek te brengen aan het "Vigelandpark". Dit 30ha groot park bevat 192 sculpturen met 650 figuren in steen, brons en ijzer. Dit is het werk van Gustav Vigeland (1869-1943). Opvallend is oa.de granieten zuil van 17m hoog en met een gewicht van 270ton, 121 naakte figuren worstelen omhoog naar het licht toe.

De volgende morgen verlieten we Oslo voor een tocht (kaart) van 446km. Al over de E16 langs de Tyrifjord doorheen Hönefoss tot aan Flaskerud. Langs de Sperillen reden we tot Nes, waar we de E16 verlieten om de 243 op te draaien voor een bezoek aan de Stavkirke van Hedalen. Vervolgens terug op de E16 tot in Fagernes waar we de 51 opreden. Die weg volgden we door het gebergte langs een aantal watervallen en meren tot in Tessand in het Ottadal. Daar sloegen we links af naar Nordberg voor een bezoek aan de Pollfoss waterval. Daarna terug tot voorbij Tessand tot in Otta waar we een hytte huurden op een camping.

De zaterdag bracht een rit (kaart) van 286km ons volop in het fjordengebied. Via Dombås en Stuguflåten reden we tot net voor Åndalsnes waar we de 63 opdraaiden. Het eerste gedeelte van die weg is beter bekend als Trollstigveien (de weg van de Troll) met een aantal haarspeldbochten. Op het hoogste punt bij Alnesreset (852m) vind je een restaurant en souvenirwinkel. Daar hielden we een tijdje halt voor een wandeling. Daarna daalde de weg tot in Valldal. Iets verder kwamen we voorbij Linge waar je de ferry naar Eidsdal kan nemen, doch we reden door tot in Liabygda, waar we de Hjørundfjord dwarsten per ferry naar Stranda. Vervolgens over de 60 en door een paar tunnels naar Hellesylt. Tussen 2 tunnels door, heb je plots een mooi zicht op het begin van de Geirangerfjord en op de Hornindalsrokken (1529). De weg volgend kwamen we in Hornindal bij het gelijknamig meer, vandaar was het nog een kort stukje rijden tot in Stryn waar we een hytte huurden voor drie nachten.

Op zondag volgden (kaart) we de 15 langsheen Strynevatnet. Een tiental km na Hjelle reden we over de 258 naar Grotli. Zo kwamen we voorbij het zomerskicentrum Videdalen. We besloten terug te keren naar Stryn en meteen door te rijden naar Briksdal voor een bezoek aan Briksdalbreen. Dit is één van de 26 gletsjertongen van de Jostedalbreen. De wagen (of motor) moet je achterlaten bij Briksdal (restaurant) en dan kan je wandelen of met een koets (laatste stukje te voet) tot aan de gletsjertong. Na een bezoek aan het restaurant terug naar Stryn. Op de teller hadden we 205 km.

De maandag hadden we voor het eerst regen, we keerden terug (kaart) naar Hellesylt om daar de boot te nemen naar Geiranger doorheen de fjord. De boottocht duurt ongeveer een uur, maar is werkelijk prachtig met zicht op indrukwekkende watervallen zoals "de bruidsluier" en "de zeven zusters". Geiranger zelf is op en top toeristisch zodat we na een korte wandeling de Arendsweg naar Eidsdal namen. De regen was intussen gestopt en we hadden werkelijk mooi zicht op de fjord. Op de terugweg stopten we niet meer in Geiranger maar reden meteen door op de smalle 63 die stijgt tot 1030m. Op het hoogste punt kozen we voor de tolweg van 5km met een stijging van 12% en een aantal haarspeldbochten naar de Dalsnibba (1476m). Daar was het koud en mistig en lichtjes aan het regenen, zodat er van de mooie uitzichten niet veel te zien was. Wegens de toestand van de weg (onverhard met vooral in de bochten diepe sporen van de vele bussen) besloot ik achter een bus te blijven rijden, zo had ik geen last van het verkeer dat omhoog reed (die gingen opzij voor die bus). Terug op de 63 reden we langs het Diupvatnet om zo aan de 15 uit te komen. Die draaiden we rechts op, om na 170km te stoppen aan de hytte in Stryn.

De volgende dag stonden er 295km op het programma (kaart). We reden eerst over de hoog gelegen weg 60 langs de Innvikfjord tot in Utvik. Daar kozen we de bergpas (630m) naar Byrkjelo. Vervolgens door het brede Våtedal naar Skei, we reden daarna langs het Jölstravatnet naar Förde. Na een korte stop aan de Fördefjord reden we door tot in Vadheim gelegen aan de Sognefjord. Dit is de langste fjord (204km) van Noorwegen. Hier volgden we de 55 langs de fjord en passeerden oa. Kyrkjebö, enkele tunnels en een paar zijarmen zoals de Lånefjord. Zo kwamen we in Dragsvik, waar we de ferry namen naar Vangsnes. Daar zie je de vikingskoning Frithjof. Het laatste stukje dat we langs de fjord reden, bracht ons bij Viksøyri waar we de Stavkirke van Hopperstad (1130) bezochten. De 13 naar Vinje bracht ons terug in de bergen, met het hoogste punt (986m) nabij Skjelingavatnet. Hier werden we ook weer geconfronteerd met de eeuwige sneeuw. In Vinje werd gestopt om te tanken en besloten we om in het ernaast gelegen motel te slapen.

De woensdag reden we eerst tot in Voss (kaart), daar boekten we meteen een hytte voor die avond op de Flatlandsmo Camping. Toen begonnen we aan een rondrit via de 13, langs de Skjervefossen tot in Granvin, waar we afsloegen naar de 7, waarvan  het eerste deel langs de Hardangerfjord en zijn zijarmen ging. Zo kwamen we oa.voorbij Alvik, de Fyksesundfjord konden we dwarsen via een brug. Hier en daar zagen we ook zalmkwekerijen liggen. In Norheimsund verlieten we de 7 (die door het binnenland gaat), en kozen voor de kleinere 49. Die bleef de Hardangerfjord volgen. Aangekomen in Mundheim kozen  we voor de 48 naar Eikelandsosen. Daarna volgden verschillende kleinere fjorden, zoals de Adlandsfjord. De weg volgend kwamen we terug op de 7 die na een paar km overging in de E16. Via Vaksdal, Dale en Evanger en veel tunnels kwamen we voorbij de Veafjord en de Bolstadfjord. Iets voor Voss stopten we nog in Finne voor een bezoek aan de Finnesloftet, dat is één van de oudste nog bestaande houten huizen (1250) in Noorwegen. Dit was waarschijnlijk een feestzaal voor de rijke boeren. Eens in Voss terug, gingen we met de zweefbaan 600m omhoog naar de Hangur. Daar kan je genieten  van prachtige vergezichten.Tenslotte wandelden we nog wat in het centrum. Na 255km genoten we s'avonds nog van  een schitterende zonsondergang.

Na het ontbijt reden we terug een stukje (kaart) op de 13 tot in Seim waar we overgingen op de 572 om zo via Ulvik langs de Osafjord te rijden tot in Bruravik. Daar vaarden we over de Eidfjord naar Brimnes. Weg 13 volgend reden we langs de  Sorfjord oa. doorheen Kinsarvik, Lofthus en Odda. Iets voor Skare kwamen we terug bij een toeristische topper, de  "Låtefossen". Dit is een dubbele waterval die van een hoogte van 160m naar omlaag bruist. Bij de splitsing na Skare bleven we de 13 volgen doorheen een aantal tunnels naar Horda. Dan nog een kort stukje naar de Stavkirke van Røldal. Na het bezoek aan de kerk en wat wandelen in de omgeving reden we terug naar Horda. Daar namen we de prachtige 520 die door het gebergte naar Sauda loopt, daar gingen we naar de toeristische dienst om te informeren voor een slaapplaats. Toen bleek dat de ouders van het meisje, dat aan de balie zat, kamers verhuurden. Dit huis was gelegen aan de Saudafjord. Daar aangekomen hadden we 190km op de teller.

s' Morgens werd de motor gestart voor een rit van 150km (kaart). Er werd eerst gereden op de 520 gelegen tussen de Saudafjord en de bergen. Eens in Ropeid namen we de ferry naar Sand. Na een stop in Sand reden we langs Sandsfjord weerom over de 13 (die doorkruist een groot deel van Zuid-Noorwegen, van de omgeving van Förde tot Sandnes) tot in Nesvik. Daar de ferry op naar Hjelmeland al over de Jösenfjord. Eventjes nog de 13 gevolgd om dan langs de Fisterfjord de 631 naar  Fister te nemen. Na een paar km draaiden we een brug op die ons over de fjord naar het eiland Randöy bracht. Daarna reden we door Fister terug naar de 13. Na Tveit reden we doorheen de Malandsdalen langs het Tysdalvatnet. Na het voorbij rijden van Vasstveit ging het langs kleine wegen naar Friska en Vervik tot in Tau. Dan nog een klein stukje op de 13 tot in Jörpeland waar we een hytte huurden voor 2 nachten.

De zaterdag werd een wandel- en klimdag naar de Prekestolen (kaart). Van de camping reden we zo'n 10km naar de parking. Daar ontdeden we ons van de motorkledij en trokken gemakkelijker kledij aan om de tocht naar de Prekestolen te doen. Het eerste gedeelte wandel je over balken in een moerassig gebied, maar dan gaat het snel omhoog. Over grote rotsblokken moet je naar boven klimmen, daarna nog door een bos waar je wat moet klimmen en dalen (kan glad zijn). Tenslotte na bijna 2u krijg je dan zicht op de Prekestolen en de 600m lager stromende Lysefjord. Dit is werkelijk een unieke ervaring om door zo hoog boven een fjord te staan en dan eventjes op de buik over de rand te gaan kijken. Via een ladder kan je nog iets hoger om een volledig zicht op het plateau van zo'n 25m op 25m te krijgen. Daar staat een barak waar je een drank en snoep kan kopen, maar het was nog niet open op dat moment. Bij het terugkeren werd het alsmaar drukker van mensen die erheen gingen, zodat we vooral bij de rotswand af en toe moesten wachten. De beste tijd om dit te doen is in de morgen (wij waren daar rond 9u) dan is het niet te druk bij het omhoog gaan. Terug op de parking eerst iets gedronken om daarna terug te veranderen van kledij. We reden terug naar de hoofdweg dan via Jörpeland langs de Idsefjord naar Strand. Na wat rondwandelen en eten terug naar de camping. We hadden 40km op de teller.

De volgende dag reden we (kaart) naar Oanes voor de ferry naar Forsand. Daar dan via Vika door de Eiadalen tot in Fossmork. We hadden daar een zicht op de Prekestolen vanaf de overzijde van de Lysefjord. Terug in Forsand namen we de ferry over de Högsfjord naar Lauvrik. Via Oltedal naar Ålgård waar we de E18 ( nu E39) opdraaiden naar het zuiden. Onderweg hielden we af en toe eens halt zoals in Heskestad bij de zeemanskerk. Dan door de Drangsdalen en langs het Lundevatnet naar Feda aan de gelijknamige fjord. In Kvinesdal de 465 op naar Farsund en dan nog een laatste stuk op de 43 tot in Lyngdal. Na 250km stonden we bij de laatste hytte die we zouden gebruiken op deze reis.

Op maandag begonnen we aan een rit van 105km (kaart) in de regen (dit was pas de 2°maal op deze reis). Via de 552 naar het dorpje Rosfjord en dan de 401 tot in Høllen. Daar de 460 naar het zuidelijkste punt van Noorwegen "Lindesnes". Daar konden we de vuurtoren bezoeken en het ingangsgeld kon je gewoon in een bakje gooien, niemand zat erbij. Hierna keerden we terug over de 460 via Høllen naar Vigeland en namen daar de E18 naar de eindbestemming Kristiansand. Daar zochten we eerst het hotel op een paar honderd meter van de haven. De rest van de namiddag wandelden we door de stad.

De dinsdagmorgen konden we in het hotel vroeg ontbijten om de ferry (Christian IV van Colorline) naar Hirsthals te halen van 8u. De overzet duurde ruim 4u, zodat we kort na de middag terug op Deense bodem stonden. Hier hadden we geen regen, maar stond er een hevige wind tijdens de rit (kaart). Eerst naar Ålborg, waar we de E45 opreden, maar die na 56km reeds terug verlieten wegens de strakke wind. Vanaf uitrit Onsild reden we via Viborg en Herning om na 256km te stoppen in Billund voor een bezoek aan Legoland. Na het boeken van een B&B (via het info-kantoor van Legoland) in de omgeving reden we nog eens langs het bedrijf zelf en bezochten we een museum over het vervoer.

De volgende morgen waren we iets voor 10u ter plaatse in Legoland en was het nog niet te druk. Hier kan je gerust een volledige dag vullen met wandelen en rondkijken. Zo had je daar toen een miniatuurpark, legorado (het cowboy-dorp), een safaripark,een piratenland, enz. Dat is nu wel reeds veranderd. Na het verlaten van het park gingen we nog even het dorp zelf binnen en daarna naar de slaapplaats.

De donderdagmorgen na het ontbijt maakten we ons klaar om de 915km te overbruggen naar het thuisfront. Dat ging vrij vlot tot we vlak voor de Kennedytunnel in Antwerpen in een enorme file (wegens werken) terecht kwamen. Dan maar door het centrum en na aanwijzingen van de plaatselijke politie naar een andere tunnel gereden, en zo via Gent naar Tielt. Op de teller hadden we bijna 4750km.

Enkele tips:

 

- Plan niet te veel km's voor 1 dag, de max snelheid is 80km op de gewone wegen (ze zijn redelijk streng en duur), 

  sommige wegen zijn onverhard (tolwegen), je hebt in het fjordengebied vaak te maken met ferry's en trouwens is 

  het gebied veel te mooi om er doorheen te vliegen.

- Hou in de bergen rekening met vrij lopende dieren.

- Zorg zeker voor een goede en van veel details voorziene wegenkaart.

- Sommige produkten zijn wel duurder dan bij ons (alcohol, sigaretten, restaurant,...).

- Benzine is ook iets duurder en in de meer verlaten gebieden moeilijker te vinden (motorrijders!).

 

Algemene info vind je op de linkpagina

 

LINKS REIZEN HOME E-MAIL